Informatie over uw behandeling met ocrelizumab

Op deze pagina vindt u informatie over uw behandeling met het medicijn Ocrevus^® (werkzame stof: ocrelizumab). De informatie helpt u om de behandeling beter te begrijpen, zodat u en uw naasten goed voorbereid zijn.

Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, verpleegkundige of apotheker. Deze informatie is geen vervanging van het advies van uw zorgverlener of van de bijsluiter.

Klik hier voor de bijsluiter

Over het medicijn

Ocrevus is een medicijn tegen multiple sclerose voor patiënten vanaf 18 jaar. Misschien heeft u ook de naam ‘ocrelizumab’ gehoord. Ocrelizumab is de werkzame stof die in het medicijn zit.

Wanneer wordt het voorgeschreven?

Dit medicijn kan worden voorgeschreven als u gediagnosticeerd bent met:

actieve relapsing multiple sclerose (RMS)
of vroege primaire progressieve multiple sclerose (PPMS)

Multiple sclerose (MS) tast het centraal zenuwstelsel aan. Vooral de zenuwen van de hersenen en het ruggenmerg. Bij MS werkt het immuunsysteem (het afweermechanisme van het lichaam) niet goed. Daarnaast valt het de beschermende laag (ook wel myelineschede genoemd) rond de zenuwcellen aan en veroorzaakt het ontsteking. Afbraak van de myelineschede zorgt ervoor dat het zenuwstelsel niet meer goed werkt waardoor klachten kunnen optreden.

De klachten van MS kunnen uiteenlopen. De plaats waar het centraal zenuwstelsel is aangetast heeft hier invloed op. Klachten kunnen onder andere zijn: problemen met lopen en evenwicht, zwakte, gevoelloosheid, wazig zien of dubbelzien, slechte coördinatie en blaasproblemen.

Hoe werkt het?

Het medicijn bindt zich aan specifieke B-cellen en verwijdert deze. Dit zijn een type witte bloedcellen die onderdeel zijn van het immuunsysteem en in het geval van MS schade veroorzaken aan de zenuwcellen. Wanneer deze B-cellen verwijderd zijn, neemt de ontsteking af. Ook vermindert de kans dat andere zenuwcellen worden aangetast. Hierdoor verlaagt het aantal relapsen, ook wel bekend als exacerbaties, bij patiënten met RMS en wordt de vooruitgang van de ziekte (progressie) vertraagd bij zowel patiënten met RMS als PPMS.

Hoe wordt het medicijn toegediend?

Het medicijn wordt via een infuus toegediend.

Voordat u start

Voordat u start met de behandeling is het belangrijk dat u uw arts vertelt over:

Allergieën

Denk hierbij bijvoorbeeld aan allergieën voor andere medicijnen, voedingsmiddelen, conserveermiddelen of kleurstoffen. Met deze informatie kan uw arts uitsluiten of u allergisch bent voor stoffen die in het medicijn zitten. Uw arts kan het behandelplan hierop aanpassen.

Andere medicijnen

Vertel het uw arts als u nog andere (kruiden)medicijnen inneemt. Ook medicijnen die zonder recept verkrijgbaar zijn. Dit is belangrijk omdat medicijnen elkaars werking kunnen beïnvloeden.

Het is vooral belangrijk dat u uw arts op de hoogte brengt indien:

u medicijnen gebruikt of heeft gebruikt die het immuunsysteem onderdrukken of beïnvloeden, zoals chemotherapie, immunosuppressiva of andere medicijnen om MS te behandelen;
u medicijnen tegen hoge bloeddruk gebruikt;
u onlangs een vaccinatie heeft gekregen of in de nabije toekomst krijgt.

Andere aandoeningen

Vertel uw arts, verpleegkundige en apotheker over al uw medische aandoeningen, met name als:

u een andere ziekte heeft;
u een infectie heeft;
u is verteld dat u ernstige problemen heeft met uw immuunsysteem;
u kanker heeft of in het verleden heeft gehad.

Kinderwens, zwangerschap of borstvoeding

Vertel het uw arts als u zwanger bent, denkt dat u mogelijk zwanger bent of zwanger wenst te worden. Het wordt aanbevolen om anticonceptie te gebruiken tijdens de behandeling en tot 12 maanden na uw laatste infuus met ocrelizumab. Gebruik het medicijn niet als u zwanger bent, tenzij u dat met uw arts heeft besproken. Geef geen borstvoeding terwijl u met het medicijn wordt behandeld.

Over de behandeling

Het is belangrijk dat u zich voorbereidt op de behandeling met ocrelizumab zoals uw arts, verpleegkundige of apotheker u heeft verteld. Mocht u hier twijfels over hebben, neem dan altijd contact met hen op.

Toediening

Dit medicijn wordt via een infuus aan u toegediend door een arts of verpleegkundige. Zij zullen u intussen goed in de gaten houden. Dit voor het geval u een bijwerking krijgt.

Voorafgaand aan het infuus

Voorafgaand aan het infuus krijgt u ook medicijnen. U krijgt deze om mogelijke bijwerkingen te voorkomen of te verminderen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan reacties op het infuus. Voor elk infuus krijgt u een corticosteroïd en antihistaminicum en u kunt ook medicijnen krijgen om de koorts te verlagen.

Dosering

De behandeling bestaat uit een zogenoemde startdosering en een onderhoudsdosering.

Startdosering

Aan het begin van uw behandeling wordt de eerste dosis in 2 infusies (van 300 mg) gegeven. Tussen deze infusies zitten twee weken.

Onderhoudsdosering

Daarna krijgt u elke 6 maanden een dosis van 600 mg toegediend.

Tijdsduur infuus

Startinfusies

De eerste twee startinfusies duren 2,5 uur. Daarbij komt 1 uur voorbereiding en minstens 1 uur controle na toediening. Houd rekening met een totale behandelduur van circa 4,5 uur voor uw eerste twee infusies.

Onderhoudsinfusies

Als er geen infusiegerelateerde reacties zijn geweest bij een eerder infuus, dan kan de kortere infusieduur (2 uur i.p.v. 3,5 uur) aangehouden worden. Daarbij komt 1 uur voorbereiding en minstens 1 uur controle na toediening. Houd rekening met ten minste 4 tot 5,5 uur voor ieder infuus. Afhankelijk van de keuze voor de kortere infusieduur.

Behandelduur

Uw arts kan u meer vertellen over de duur van de behandeling. Stop niet met de behandeling, tenzij dit is besproken met uw arts.

Bijwerkingen

Denkt u bijwerkingen te hebben tijdens uw behandeling met ocrelizumab, vertel het uw arts of verpleegkundige. Het zou kunnen dat dit een bijwerking is die behandeld moet worden.

Probeer klachten niet zelf te behandelen. Uw arts kan mogelijk andere medicijnen geven om ergere problemen te voorkomen, klachten te verminderen en verdraagzaamheid te vergroten. Het is ook belangrijk om te weten dat niet iedereen met bijwerkingen te maken gaat krijgen.

Meest voorkomende bijwerkingen

infusiegerelateerde reacties (bijv. huiduitslag, hoofdpijn);
infecties (bijv. zere keel, loopneus, griep);
afname van bepaalde eiwitten in het bloed (immunoglobulines) die helpen te beschermen tegen infecties (testuitslag).

Vertel het uw arts of verpleegkundige onmiddelijk als u tekenen van een infectie krijgt,zoals koorts of rillingen, aanhoudende hoest, koortsblaasjes, genitale zweren of gordelroos.

Op de volgende afbeelding vindt u een overzicht van de meest voorkomende bijwerkingen en symptomen.

In de bijsluiter staat de volledige lijst van mogelijke bijwerkingen

Veelgestelde vragen

Wat moet ik doen als ik een afspraak vergeet?
Maak zo snel mogelijk een nieuwe afspraak. Wacht niet tot uw volgende geplande infuus. Om de voordelen van dit medicijn optimaal te benutten is het belangrijk dat u elk infuus krijgt wanneer deze gepland is.
Wat is het effect op de rijvaardigheid en het bedienen van machines?
Het is niet bekend of het medicijn invloed kan hebben op uw rijvaardigheid of op uw vermogen om werktuigen of machines te bedienen.Uw arts zal u vertellen of uw MS invloed kan hebben op uw rijvaardigheid of uw vermogen om werktuigen of machines op een veilige manier te bedienen.
Is het verstandig om andere mensen te informeren over mijn behandeling?
Ja, vertel uw partner of verzorger over uw behandeling. Zij kunnen misschien symptomen opmerken die u niet ziet, maar die de arts misschien moet onderzoeken. Zoals bij progressieve multifocale leuko-encefalopathie (PML). Dit is een herseninfectie die symptomen kan veroorzaken die lijken op MS, zoals geheugenverlies, moeite met denken, moeite met lopen, verlies van gezichtsvermogen, veranderingen in uw manier van praten.
Kan ik een vaccinatie krijgen zonder mijn behandeling te stoppen?
Vertel het uw arts of verpleegkundige als u onlangs een vaccin heeft gekregen of binnenkort zult krijgen. Alle vaccinaties moeten minstens 6 weken voordat u start met de behandeling met ocrelizumab gegeven worden. Terwijl u behandeld wordt mag u geen levende of verzwakte vaccins toegediend krijgen (bijvoorbeeld BCG voor tuberculose of vaccins tegen gele koorts). Uw arts of verpleegkundige kan u advies geven over het beste moment.
Wanneer moet ik contact opnemen met mijn arts of verpleegkundige?
Vraag aan uw arts of verpleegkundige in welke gevallen én op welke momenten u contact moet opnemen. Bespreek ook hoe u hen kunt bereiken.

Meer informatie

Contact

_M-NL-0001384